Mary Greta Beek is geboren in Rotterdam op 19 juli 1930. Haar vader, David Beek, was al overleden op 27 april 1931. Haar moeder was Betje Beek-Bosman, geboren in Rotterdam op 10 januari 1902.

Mary’s moeder was een verkoper en had een winkel op de nieuwe binnenweg 62-66-68. Mary’s familie heeft ook een tijdje vlakbij op de nieuwe binnenweg 58 gewoond.

Op 30 januari 1942 plaatste Betje Beek-Bosman deze advertentie in Het Joodsche Weekblad. Er staat: Gevraagd voor direct net, liberaal, israelisch meisje voor dag en nacht. Klein gezin, hulp aanwezig. Hoog loon. Mevrouw Beek, Rochussenstraat 51c. Bij de Mathenesserlaan. 1905. Ze had dus hulp nodig in haar winkel.

Mary’s vader was eerder getrouwd geweest met Rachel Kapper met wie hij een zoon had. Mary had dus een halbroer genaamd Albert Beek. Haar grootouders aan haar vaders kant waren Abraham Beek en Mietje van Weezel. Salomon Bosman en Grietje Bood waren haar grootouders aan haar moeders kant.

Mary en haar moeder probeerden waarschijnlijk in 1942 te vluchten naar Frankrijk, maar werden opgepakt en vanuit Pithiviers naar Drancy vervoerd. Op 17 augustus 1942 werden ze met transport nummer 20 vanuit Drancy naar Auschwitz gedeporteerd. Ze zijn allebei twee dagen later, op 19 augustus 1942 overleden in Auschwitz. Mary werd 12 en haar moeder werd 40.

Het adres waar ze het laatst verbleven was Rochussenstraat 51c in Rotterdam bij de Mathenesserlaan. Bij dit adres zijn in 2011 ook twee stolpersteinen geplaatst voor Mary en haar moeder.

Linda Smaak, Dalton Lyceum Barendrecht, VWO 5