Sara Altschul is geboren op 7 mei in 1931 in Rotterdam. Ze woonde met haar vader, Victor Altschul, en moeder, Rosa Altschul-Kraun, op de Bergsingel 77 in Rotterdam Noord.

Haar vader is geboren op 15 januari in 1890. Hij komt uit Mozyr in Rusland en Sara’s moeder is geboren op 2 oktober in 1903 en komt uit Rotterdam. Ze zijn getrouwd op 2 mei 1928. Op 27 juli 1935 zijn ze naar de Bergsingel 77 verhuisd en hiervoor woonde ze in Amsterdam. De vader van Sara was samen met de, ook Poolse, vader van twee kinderen (Regina en Rudolf Furmanski) een manufacturenzaak begonnen. Deze winkel heette ‘kousenmagazijn’ en bevond zich op de Zwartjanstraat. Later opende ze ook een vestiging op de 1^e Middellandstraat. Deze twee gezinnen werden samen opgepakt in 1942 en naar Westerbork gebracht. Sara en haar ouders moesten hier elf dagen zitten en ze zijn vervolgens met de 23^e transport naar Auschwitz gebracht.

Deze vertrok op 28 september 1942 vanuit Westerbork en bevatte 15 wagons. Tijdens deze transport werden er in totaal 610 mensen gedeporteerd, waaronder 128 kinderen. Bij aankomst in Auschwitz werden er maar 37 mannen en 119 vrouwen toegelaten om te werken, de overige 454 werden direct naar de gaskamers gebracht. Sara’s moeder behoorde tot deze groep en ze is op 1 oktober 1942 overleden. De selectie en daarop volgende vergassing werd uitgevoerd door SS-kampdokter Kremer en Commandant Voorlopige Hechtenis Aumeier. Sara en haar vader zijn nog een paar dagen in Auschwitz gebleven en uiteindelijk op 10 oktober 1942 overleden.

Lisa Schriek, Dalton Lyceum Barendrecht, VWO 5